Hoofdstuk 1 – Inleiding

Hoofdstuk 1 – Inleiding

Waarom werd Wierden en omstreken zo fel verdedigd door de Duitsers ?

Wierden werd zo fel verdedigd omdat het door de Duitsers als een flanksteunpunt was ingericht in het kader van een verdedigingslinie, welke liep vanaf Lochem oostwaarts langs het Twentekanaal naar Delden, vandaar noordwaarts langs de zijtak van dat kanaal tot Wierden en vanaf Almelo verder noordelijk langs het Overijssels kanaal. Doel van deze linie was de weg voor Duitse troepen, die zich in het westen van ons land bevonden, zo lang mogelijk open te houden teneinde deze troepen de gelegenheid te bieden naar het noordwesten van Duitsland te ontsnappen om daar de strijd voort te zetten. Door deze vertragingsactie hoopten de Duitsers tevens de concentratie van de Canadese strijdkrachten in het huidige Emsland te hinderen, om zo doende tijd te winnen om hun verdediging aldaar beter te kunnen organiseren. Langs de voornoemde Duitse verdedigingslinie werd overal fel verzet geboden wat meestal slechts van korte duur was, maar bij Wierden duurde het relatief lang totdat het Duitse verzet was gebroken.

De keuze van de Duitsers om Wierden en de directe omgeving als flanksteunpunt in te richten verbaasde de Canadezen (achteraf gezien) niet, daar Wierden  zeer strategisch gesitueerd is aan zowel de wegen als de spoorwegen vanuit Zwolle en Apeldoorn richting het oosten.

En dat de Duitsers met name de Klumpershoek/het Zuidbroek zwaar verdedigden, was volgens de Canadese dagboeken ook niet zo verwonderlijk, want kijkend op de kaarten van destijds viel op, dat dit gebied vrijwel geheel door waterwegen wordt omsloten:

De zijtak van het Twentekanaal in het oosten, de Hollandergraven (= Wierdense Aa) in het noorden en westen en de Nieuwe Graven in het zuiden. Hierdoor was dit gebied relatief gemakkelijk te verdedigen. Daarbij bestond de enige “opening” in de kring van bovenstaande waterlopen uit het gebied langs de Almelosestraat, tussen de kop van het kanaal en de iets noordelijker stromende Wierdense Aa. Het is derhalve niet verwonderlijk dat de Duitsers juist daar het zwaartepunt van hun verdediging plaatsten, daar een geallieerde aanval hoogstwaarschijnlijk via deze “opening” zou plaatsvinden.

Dat de westelijke kanaaloever van de zijtak bij Wierden ca. 60 cm. hoger is dan de oostelijke oever was een omstandigheid die de Duitsers goed van pas kwam (vrij uitzicht en schootsveld over het kanaal en de oostelijke oever richting Almelo) en naast verdedigingsposities direct langs en achter de westoever legden zij deze ook aan in de daarachter gelegen Klumpershoek/het Zuidbroek. Zij bestonden veelal uit schuttersputjes en mitrailleursnesten, welke onder dwang door enkele groepen Wierdenaren waren gegraven en welke (naar gelang de gevechten zich ontwikkelen) bezet of verlaten werden.

Waarom was de zuivering van Wierden en omstreken zo belangrijk voor de Canadezen ?

Naast de taak om vertraging in de Canadese opmars te bewerkstelligen, vormde deze kern van Duitse weerstand in en om Wierden voor de Canadezen een voortdurende bedreiging voor hun hoofdaanvoerroute die vanuit de Achterhoek via  Delden, Bornerbroek en Almelo richting Dente liep. Over deze route werden dag en nacht grote hoeveelheden mensen en materieel vervoerd, ter ondersteuning van de Canadese opmars vanuit Twente naar het noorden van Nederland en noordwest Duitsland, richting Oldenburg/Wilhelmshafen. Het was derhalve van zeer groot belang voor onze bevrijders om deze logistieke “slagader”  zo goed mogelijk te laten functioneren. De Duitsers in het gebied aan de westzijde van de zijtak van het Twentekanaal tussen Delden en Wierden, beperkten zich nl. niet tot alleen vertragingsacties en een statische verdediging, maar voerden regelmatig zeer felle en effectieve aanvallen uit op de bovengenoemde hoofdaanvoerlijn, welke daardoor soms ernstig verstoord werd. Verkeer dat over de brug over het Twentekanaal bij Delden stroomde werd vaak gedurende de nacht onder vuur genomen door sluipschutters en soms bestookt door mortieren en kanonnen. Daarbij kwam, dat de hoofdweg ter hoogte van Delden slecht gemarkeerd was en vele Canadese voertuigen de weg kwijt raakten, waardoor zij nietsvermoedend en onbedoeld verdwaalden en richting het kanaal reden om vervolgens getroffen te worden door het onverwachts op hen af komende vijandelijke vuur. Vele voertuigen werden kapot geschoten en hun bestuurders gedood of gewond, terwijl ze zich mijlen achter het eigenlijke front bevonden en derhalve hun waakzaamheid niet optimaal was. De Canadese dagboeken spreken van een zeer aanzienlijke hoeveelheid voertuigen met hun kostbare lading, die door de Duitsers in de loop van die dagen kapotgeschoten waren aan de oostzijde van de zijtak van het Twentekanaal. Dat deze Duitse acties een doorn in de zijde van de Canadezen waren, ligt voor de hand en derhalve besloot men de Duitsers in het betreffende gebied zo snel mogelijk uit te schakelen en/of te verdrijven.  De meest aangewezen plaats om het betreffende gebied aan te vallen lag voor de hand: De enige “opening” in de eerder genoemde kring van waterlopen om de Klumpershoek / het Zuidbroek, dus over de straatweg Almelo-Wierden.

Een andere reden was dat de Canadezen zo spoedig mogelijk een tweede hoofdaanvoerroute wilden openen die liep via Wierden en Nijverdal verder naar het noorden.

 Stichting Historische Kring Wederden.

Canadese operaties in april 1945

Duitse ontsnappingsroute en vertragingslinie.

Deel van een stafkaart uit 1945, zoals o.a. in gebruik bij onze Canadese bevrijders.