Hoofdstuk 4 – De status op woensdag 4 april

Hoofdstuk 4 – De status op woensdag 4 april

De Britten hadden in de voorafgaande dagen reeds Hengelo, Borne, Weerselo en het oostelijk van deze plaatsen gelegen deel van Twente tot aan het kanaal Almelo-Nordhorn bevrijd en vervolgden hun opmars naar het noordoosten, om via Ootmarsum Duitsland in te trekken.

De Canadezen hadden de Britse stellingen aan de zuidkant van het Twentekanaal ten westen van Wiene bij de afsplitsing van de zijtak overgenomen. Delden was inmiddels bevrijd en de Canadezen rukten op langs de oostzijde van de zijtak van dit kanaal naar het noorden. Deze dag bevrijdden zij achtereenvolgens Bornerbroek, Zenderen  en het zuidelijk deel van Almelo.

De Canadezen werden zich pijnlijk bewust van de kwetsbaarheid van hun hoofdaanvoerroute, de weg Delden-Bornerbroek-Almelo, door herhaaldelijke Duitse aanvallen waarbij veel voertuigen (met hun inhoud) werden vernietigd. Dit was een doorn in de Canadese zijde en zij besloten derhalve maatregelen te nemen om aan deze bedreiging een eind te maken. Het eerste bataljon van het Algonquin Regiment en het South Alberta Regiment (gepantserde verkenners) werden aangewezen om deze klus te klaren, met steun van o.a. 15 Canadian Field Regiment.

Dat deze beslissing op zeer korte termijn werd genomen, bleek uit het volgende:

Het 15 Canadian Field Regiment (een artillerie-eenheid, uitgerust met zogenaamde 25 ponders) bevond zich op dat moment in de buurt van Delden. Na de infanterie ondersteund te hebben tijdens de gevechten nabij het Twentekanaal ten westen van Delden, kregen de verkenningseenheden van dit artillerieregiment opdracht om posities voor te bereiden in de omgeving van Meppen (Duitsland) teneinde de oversteek van het Dortmund-Ems-Kanaal in die omgeving met hun kanonvuur te ondersteunen. De lange tocht over de slechte wegen vergde vele uren en pas tegen de avondschemering waren posities uitgekozen en gidsen geposteerd om de artilleristen met hun kanonnen, munitie en bijgehorende uitrusting en voertuigen vanuit de omgeving van Delden de weg te wijzen naar hun nieuwe opstelplaatsen. Van het Canadese hoofdkwartier kregen de verkenningseenheden van 15 Field echter die zelfde avond nog de opdracht om uiterlijk de volgende ochtend (donderdag 5 april) rechtsomkeert te maken en zich naar de omgeving van Almelo te begeven om te helpen de hardnekkige oppositie, welke men vermoedde te ondervinden van de Duitsers in en rond Wierden, de kop in te drukken. De hoofdmacht van 15 Field werd dienovereenkomstig geïnformeerd en verplaatste zich op deze woensdag 4 april rechtstreeks van de omgeving van Delden naar het Tusveld, ten zuiden van Almelo.  Zij ontvingen de opdracht dat de kanonnen in actie dienden te blijven totdat op de Canadese westelijke flank (langs de zijtak van het Twentekanaal en het Overijsselskanaal ten noorden van Almelo) de Duitse tegenstand gebroken was, waarna zij verdere instructies zouden ontvangen om zich weer bij de Canadese hoofdmacht in Duitsland aan te sluiten.

 Stichting Historische Kring Wederden.

Ondersteuning voor het Algonquin Regiment.

Artillerie observatiepost: watertoren tussen Wierden en Almelo.

Auster artilleriespotter